Je zou verwachten dat als scholieren een definitieve studiekeuze hebben gemaakt, dat daarmee de kous af is. De Grote Studiereis toont echter aan dat het keuzeproces voor veel scholieren onberekenbaar verloopt. Waar zij het ene moment zeker zijn van hun toekomstige studie, kan dat enkele weken later veranderen en toch niet het geval zijn. Deze scholieren blijven dus vatbaar voor informatie en voorlichting.
De scholieren in het onderzoek is onder andere gevraagd hoe zeker zij zijn van hun studiekeuze. Aangezien deze vraag iedere twee weken is voorgelegd, ontstaat een duidelijk beeld over tijd van de mate waarin scholieren de keuze al gemaakt hebben. Daarin valt direct op dat er geen soepele toename is van steeds meer scholieren die zeker zijn naarmate de tijd vordert, maar dat dit proces met pieken en dalen verloopt.
In november, vlak nadat veel opleidingen hun open dagen hebben gehad, is er een sterke piek te zien. Kort daarna heeft voor velen de twijfel echter weer toegeslagen, gezien de dip in december. Daarna loopt de zekerheid van keuze weer gestaag op, met wederom een dip in februari. De nieuw ingestelde deadline lijkt wel effect te hebben: op 1 mei heeft vrijwel iedereen zich aangemeld, hetgeen voorheen pas op 1 september het geval was.
Hoewel de zekerheid omtrent de studiekeuze hetzelfde patroon vertoont voor 6-vwo’ers en 5-havisten, is er toch een duidelijk verschil zichtbaar. Over de gehele periode zijn havisten minder vaak zeker van hun studiekeuze. Tegen het einde van het studiekeuzeproces (half april) trekt dit opeens snel bij: voor beide groepen geldt dat circa 85 procent zeker is de uiteindelijke studiekeuze.