De meeste scholieren verzamelen een berg aan informatie over de verschillende opleidingen, instellingen en steden, in de verwachting om daarmee een gefundeerde studiekeuze te kunnen maken. Je mag ze best ‘informatie-omnivoren’ noemen. Het is dan ook opvallend dat De Grote StudieReis laat zien dat de meeste scholieren hun vervolgopleiding uiteindelijk tóch voornamelijk kiezen op basis van hun gevoel.
Acht op de tien scholieren (82%) verzamelt zoveel mogelijk informatie, praat met mensen in de omgeving en denkt goed na over de voors en tegens van een studie, instelling of stad en zeggen op basis daarvan hun keuze voor een vervolgopleiding te maken. Dat doen ze niet zomaar, want zeven op de tien scholieren (71%) zegt de meest waardevolle informatie te vinden wanneer zij er gericht naar op zoek gaan.
Kiezen tussen gevoel en verstand
Gevoel en verstand zijn twee ‘grootheden’ die mensen vaak – en soms ongemerkt – tegen elkaar afwegen als er belangrijke keuzes te maken zijn. Van een scholier verwacht je dat hij dat ook doet als hij voor de vraag staat: wat ga ik studeren na de middelbare school? In de onderstaande figuur zijn de resultaten van twee ‘keuzevragen’ uit ons onderzoek tegen elkaar afgezet. Daarmee ontstaan vier segmenten die iets zeggen over hoe scholieren in het keuzeproces staan.
Figuur – Segmentatie van studiekiezers
Dertien procent van de scholieren is dus te typeren als een groep die niet zo druk is met het verzamelen, want ze kiezen toch wel op gevoel. Dat lijkt logisch. Wat minder logisch lijkt, is de 43 procent die – ondanks dat je ze als ‘informatie-omnivoor’ kunt bestempelen – uiteindelijk toch op gevoel een keuze zegt te maken. Het geslacht van de scholier maakt hier uit: vrouwen die zich actief oriënteren, kiezen vaker een vervolgopleiding op basis van gevoel (49%) dan mannen (28%). Een toekomstige studente zei ons: “De doorslag om voor deze studie te kiezen was eigenlijk gewoon dat ik er een goed gevoel bij had.”