Door: drs. H. Frielink

Mobiliteitsonderzoeken zijn populair, omdat veel instanties geïnteresseerd zijn om er achter te komen hoe wij ons per uur en per dag bewegen. En dat geldt niet alleen voor de zakelijke verplaatsingen, maar ook voor de verplaatsingen in onze vrije tijd. Als er zoveel onderzoeken zijn naar verplaatsingsgedrag van mensen, waarom is er dan nog steeds geen 100% voorspelling of het morgen bij Amsterdam een drukke ochtendspits gaat worden of niet?

Externe invloeden

In de praktijk zijn er zoveel factoren van invloed bij deze bepaling, dat een zuivere voorspelling bijna onmogelijk is. Iedereen begrijpt en aanvaard dat. Een klein regenbuitje kan er voor zorgen dat er aan de ene kant meer auto’s op de weg zijn en aan de andere kant minder fietsers. Het is zelfs aannemelijk, dat het aantal thuiswerkers toeneemt. Verder is het ook mogelijk dat de financiële crisis impact heeft op de mobiliteit. Er zijn aantoonbaar minder automobilisten op de Nederlandse wegen, dat kun je ook merken aan het aantal files, dat voor het eerst in jaren is gedaald in plaats van gestegen.

Maatregelen die écht effectief zijn

Voor zover is alles nog duidelijk. Echter deze informatie vinden we pas achteraf. Vele maatregelen worden er genomen om het verkeer te beïnvloeden, maar hoe weten we of iets effectief is? Achteraf kunnen we vaak pas becijferen hoeveel effect zoiets heeft. Maar het zou veel interessanter zijn als we dat van te voren zouden weten, proactief dus, niet reactief. Is de filevermindering nu een gevolg van het aanleggen en verbreden van nieuwe wegen, de financiële crisis, en/of het feit dat steeds meer mensen thuiswerken? Een ieder voelt met zijn klompen aan dat het een combinatie van factoren is. Geen mens kan aangeven wat de exacte verhoudingen zijn. En dat is nu precies waarom al die mooie berichten over het voorspelde effect van een maatregel van wie dan ook met een grote pot zout moeten nemen.

Maar wat is er nu fout? De manier van onderzoek? Het aantal onderzoeken? Het model om te voorspellen? Nee, dat zit allemaal wel goed, als je ten minste de kleine letters van de thuiswerkende onderzoeker ook leest. Immers er is geen data zonder context.